Column: lang leve het nertsfokverbod

13-05-2011 11:00


Mocht u komende zaterdag in Amsterdam-Zuid een keurige jongeman tegenkomen met een collectebus en protestbord, schrik dan niet. Het is slechts Joris Lam, die met een collecte voor ‘het slechte doel’ op ludieke wijze wil protesteren tegen het op handen zijde verbod op het fokken van nertsen. Lam vindt het namelijk een schande, dat Nederlandse fokkers vanaf 2024 verplicht zijn hun bedrijf te sluiten. Hij vindt dat hij zelf moet kunnen beslissen of hij een bontstola om zijn schouders hangt, konijnenpootje aan zijn sleutelbos laat bungelen of zich omwikkelt met een compleet nertsenkerkhof. Maar is dat ook zo?

Echt versus nep
Het korte antwoord op die vraag is ‘nee’, natuurlijk. Lams pleidooi gaat aan alle kanten mank, niet in het minst vanwege het feit dat er vanwege de voortschrijdende technologie inmiddels nep-bont voorhanden is dat zo op ‘the real thing‘ lijkt dat er alleen met een vlammetje of door op het bont te blazen – een beproefde methode om echt van nep te onderscheiden – kan worden vastgesteld of we hier met een imitatie te maken hebben. Wie zich onder het mom van ‘luxe’ per se in een bontmantel wil hijsen, kan dat dus gewoon blijven doen.

Voor Lam is dat echter niet genoeg. Hij vindt dat hij het recht heeft zijn lijf in echte dode dieren te hullen. Want dat is luxe. Dat is hip. Dat is modisch verantwoord. En de fashionwereld lijkt het, in ieder geval deels, met hem eens te zijn. Waar er jarenlang nauwelijks echt bont op de catwalks te bewonderen was, gebruiken couturiers de laatste jaren weer steeds vaker echte dieren voor hun outfits. Diezelfde modewereld ziet er overigens geen been in om hun jurkjes, shirts en broeken in de Derde Wereld in elkaar te laten zetten door minderjarige fabrieksarbeiders die vaak veel te veel uren maken. Van enig moreel besef kan de industrie doorgaans helaas niet bepaald worden beticht.

Verregaande pronkzucht
Het is dus maar de vraag of het inderdaad niet de taak is van de overheid om zich te bemoeien met de verregaande pronkzucht en luxe-liefde van Joris Lam cum suis. Want inderdaad: nertsen hebben een beduidend beter leven dan kistkalfjes en legbatterij-kippen. Ze hebben een iets groter hok tot hun beschikking, krijgen beter te eten en worden – als hun tijd eenmaal is gekomen – keurig vergast. De bio-industrie kip heeft het wat betreft beduidend minder goed getroffen: die wordt gewoon ondersteboven aan een lopende band gehangen, waarna zijn kop er wordt afgeknipt. Maar betekent het feit dat honderdduizenden varkens en koeien dagelijks een vrij gruwelijke dood sterven ook dat de nertsen maar hetzelfde moeten doen?

Of vlees een onontbeerlijk onderdeel is van een gezonde levensstijl, daarover zijn de meningen verdeeld. Een mens kan, in principe prima zonder vlees, mits hij de tekorten aan vitaminen en mineralen die door die vegetarische levensstijl ontstaan aanvult met behulp van andere producten. Wie geen bont draagt, hoeft daar echter helemaal niets voor te compenseren. We leven hier namelijk niet op de poolcirkel: het is in Nederland zelden zo koud dat alleen een nerts- of konijnenkleedje nog soelaas biedt.

Het recht op dode dieren
Eigenlijk wil Lam dus het recht behouden dat er voor hem zonder enige logische reden dieren worden doodgemaakt. Want dat is ‘luxe’. Een nogal arbitraire invulling van het fenomeen luxe bovendien, aangezien de nertsen momenteel met duizenden tegelijk zitten te wachten op hun onvermijdelijke einde. Met schaarste heeft Lams luxe derhalve niks te maken. Zijn luxe gaat over het gepeperde prijskaartje dat doorgaans aan een dergelijk jasje of tasje hangt. Zijn luxe is het recht in het openbaar te pronken met het feit dat het hem geen bal kan schelen dat er een paar honderd nertsen voor zijn superhippe pak zijn gestorven.

En dat allemaal onder het mom van vrijheid. Een begrip dat inmiddels door alles en iedereen wordt gebruikt om zijn zin door te drukken en derhalve nogal aan inflatie onderhevig is. De definitie van ‘vrijheid’ is wat mij betreft echter niet ‘doe maar gewoon waar je zelf zin in hebt, ongeacht wie en wat daar onder moge lijden’. Door een belangrijke stap in het Nederlandse agrarische beleid – een moeilijk te veranderen gebied dankzij de dikke vinger die het bij boeren geliefde CDA al jaren in de pap heeft – weg te zetten als een inperking van je persoonlijke vrijheid, wordt het begrip zelf uiteindelijk betekenisloos, een lege huls die staat voor egoïsme, vraatzucht en overdaad.

Rianne Meijer is vegetariër, modemeisje en draagt geen bont, maar wel leer, want enige hypocrisie is haar ook niet vreemd